Nazorg na vastzetten van de onderrug (spondylodese)

Via de achterkant van de rug worden operaties gedaan om met 1 of meer blokjes tussen de wervels (cages) en met schroeven en staafjes de stand van de wervel te corrigeren en instabiliteit op te lossen.

Wond:

Meestal is de wond een verticale snede in de huid in het midden van de onderrug. Via deze wond zijn de zenuwen vrijgelegd en zijn de blokjes tussen de wervels geplaats. Ongeveer 5 cm naast deze wond kunnen aan beide kanten kleine wondjes van 2 cm zitten. Via deze wondjes zijn minimaal invasief de schroeven geplaats en de verbindende staafjes. De wond in het midden kan klein zijn (ongeveer 5 cm) maar bij een uitgebreidere operatie of een recidief operatie kan de wond langer zijn. De wond wordt aan de binnenkant dicht gemaakt met oplosbare hechtingen. De huid wordt dichtgemaakt met hechtpleisters. De hechtpleisters laten na de operatie vanzelf langzaam los. Als ze na 14 dagen nog op de huid plakken, dan kunt u ze zelf lostrekken. Soms worden voor het sluiten van de huid niet-oplosbare hechtingen of nietjes gebruikt. Deze moeten verwijderd worden en u krijgt hierover na de operatie bij ontslag duidelijke afspraken mee. Vanaf de 2e dag na de operatie mag de wond nat worden en mag u (kort) douchen. Voor een mooi herstel van het litteken kunt u heb beste de huid (als de hechtpleisters er niet meer opzitten) de eerste periode wat vet houden met een crème.

Een milde zwelling van de wond na de operatie is normaal en kan bij activiteit ook nog een beetje wisselen.

Voeding:

Soms kan er wat misselijkheid optreden na de operatie. Dit kan met de narcose te maken hebben of met pijnmedicatie. Neem bij misselijkheid eerst wat licht verteerbaar eten en breid dit langzaam uit naar uw normale voeding. De pijnstillers die u na de operatie krijgt kunnen voor obstipatie zorgen. Eet dus vezelrijk en veel fruit om dit wat te voorkomen.

Medicatie:

U krijgt na de operatie pijnstillers. Deze zijn bedoeld voor wondpijn en voor spierpijn die u in uw onderrug kunt ervaren. De pijnstillers bestaan uit paracetamol 4 maal daags 1000mg voor 14 dagen en etoricoxib (arcoxia) 1 maal daags 60 mg voor 10 dagen. Gebruik deze medicatie op vaste tijden, ook als de pijn even meevalt. Patiënten die bekend zijn met klachten van de bloedvaten van het hart en de hersenen mogen de etoricoxib niet gebruiken. U krijgt ook oxycodon smelttabletten 5mg waarvan u er maximaal 6 per dag mag gebruiken. Gebruik de oxycodon tabletten alleen als u ze echt nodig heeft tegen de pijn. Voor de eerste 3 dagen na de operatie krijgt u dexamethason 3 maal daag 3 mg samen met pantoprazol (tegen maagzuur). De dexamethason zorgt voor minder zwelling van de zenuwen na de operatie. Patiënten die suikerziekte hebben, mogen de dexamethason niet gebruiken.

Pijnmedicatie werkt niet meteen. Stel het innemen van pijnmedicatie dus niet te lang uit bij veel pijnklachten. Pijnmedicatie zal ook niet volledig alle pijn wegnemen. Enig oncomfortabel gevoel de eerste periode is normaal.

Het ervaren van pijn of spierkrampen in de achterkant van de onderrug is normaal de eerste periode na de operatie. Het kan zijn dat de zenuwpijn snel bijtrekt na de operatie maar het is ook goed mogelijk dat de zenuwpijn nog lange tijd wisselend van dag tot dag aanwezig is. Dit is normaal, schrik hier niet van. Zenuwen genezen soms maar langzaam. Zeker de eerste 6 weken na de operatie kunt u nog zenuwpijn ervaren.

Als u normaal gesproken bloedverdunners gebruikt, dan zullen deze gestopt zijn voor de operatie. U krijgt van uw neurochirurg te horen op welke dag na de operatie u de bloedverdunners weer mag starten.

Activiteiten:

De eerste 6 weken is het niet verstandig om te sporten of om de onderrug zwaar te belasten tijdens bijvoorbeeld tillen. Wees dus de eerste periode wat voorzichtig. Verder zijn eigenlijk alle bewegingen van de rug toegestaan en ook alle activiteiten mits dit zonder klachten gaat. U mag in bed in alle houdingen slapen. Lopen is gezond, zeker na een operatie. Door in beweging te blijven neemt de kans op een bloedstolsel (trombose) na de operatie af en de conditie verbetert sneller.

Een rugkorset is niet nodig na de operatie. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal uw neurochirurg een korset of brace na de operatie voorschrijven. Dit zal dan al voor de operatie met u besproken worden.

Het is niet verstandig om zelf auto te rijden de eerste 2 weken na de operatie. Hierna kan het wel weer mits u zich soepel voelt, u niet suf bent van pijnmedicatie en u goed het gas- en rempedaal kan bedienen. Dit zijn zaken die belangrijk zijn voor de veiligheid in het verkeer tijdens het besturen van de auto.

U mag vliegen na de operatie. De poortjes bij de security check op het vliegveld zullen niet reageren op de schroeven in uw rug. Het is wel verstandig om een verslag van uw behandeling mee te nemen. Als u in het buitenland een dokter bezoekt, dan kan deze informatie nodig zijn.

Nacontrole:

U krijgt een afspraak op de polikliniek voor nacontrole ongeveer 6 weken na de operatie. De neurochirurg zal dan met u het resultaat van de operatie bespreken. Vaak wordt er nog een controle röntgenfoto van uw rug gemaakt. Er zal met u besproken worden of u alle activiteiten weer volledig mag doen.

Wanneer moet u contact met ons opnemen:

  • Koorts boven de 38 graden
  • Vochtlekkage uit de wond
  • Forse zwelling en roodheid van de wond
  • Een forse toename van pijnklachten die met de voorgeschreven pijnstillers niet onder controle is
  • Toenemende doofheid of krachtsverlies in de benen
  • Problemen met plassen
  • Zwelling en pijn in een kuit
  • Bij andere vragen waar u zich grote zorgen over maakt