Bij een minimaal invasieve operatiemethode wordt gebruik gemaakt van een klein metalen buisje waardoorheen geopereerd wordt. Op deze manier is het litteken heel klein.
De operatie wordt uitgevoerd onder algehele narcose. De neurochirurg maakt
een snede in de rug van ongeveer 2 cm. Hierin brengt hij een dunne naald. Over deze naald
worden steeds dikkere buisjes geschoven tot het uiteindelijke werkbuisje geplaatst kan worden. Door het werkbuisje kan de neurochirurg met heel fijn instrumentarium de hernia verwijderen. Er wordt een operatiemicroscoop gebruikt voor een optimaal zicht. Eventueel kunnen ook enkele botrichels worden verwijderd om meer ruimte vrij te maken rondom de zenuwwortel. Dit heeft geen gevolgen voor de stabiliteit van de rug. De wond wordt onderhuids gehecht met een oplosbare hechtdraad en afgeplakt met hechtstripjes. De operatie duurt in het algemeen 45 minuten.
Mogelijke complicaties
Complicaties zijn niet gewenste gebeurtenissen die na iedere operatieve ingreep kunnen optreden. Bij een hernia operatie is de kans op complicaties minder dan 5%. Bij een goede algemene gezondheidstoestand is dat risico kleiner en bij een minder goede gezondheidstoestand groter dan 5%. Mogelijke complicaties na een herniaoperatie zijn onder andere:
- Zenuwschade met hierdoor mogelijk krachtsverlies en / of gevoelsverlies
- Infectie van de wond.
- Lekkage van hersenvocht met een kans op hersenvliesontsteking.
- Nabloeding in het operatiegebied.
- Ontsteking van een tussenwervelschijf.
- Incontinentie voor plas en ontlasting
- Verstopping van een bloedvat, met name in het been (trombosebeen) en soms in de longen (longembolie).
Anesthesie
Voor uw operatie gepland kan worden, moet u door onze anesthesioloog goedgekeurd worden voor de behandeling. Wij streven maximale veiligheid na. U krijgt een zeer uitgebreide vragenlijst over uw huidige gezondheidstoestand en de anesthesioloog belt u om een aantal zaken nog te controleren.
Neem bij de afspraak met de neurochirurg op de polikliniek altijd uw actuele medicatieoverzicht mee. Dit overzicht is verkrijgbaar bij uw eigen apotheek.
Bloedverdunners
Mogelijk gebruikt u bloedverdunners. Dit zijn medicijnen zoals ascal/acetylsalicylzuur, plavix, sintrom, aspirine, marcoumar, acenocoumarol of een noac ( dabigatran, rivaroxaban, xarelto). Tijdens de operatie moet de bloedstolling helemaal normaal zijn, dit om de kans op een nabloeding te minimaliseren. Het stoppen van bloedverdunners heeft ook altijd een klein risico; u gebruikt deze medicatie tenslotte niet voor niets. De neurochirurg bespreekt op de poli of en hoe lang van tevoren u de bloedverdunners moet stoppen. Stop nooit op eigen initiatief met het innemen van medicijnen.
De dag van de operatie
Op het afgesproken tijdstip verwachten wij u nuchter op de verpleegafdeling. De verpleegkundige zal u wegwijs maken en informeren over de verdere gang van zaken
Medicijnen: Neemt u uw eigen medicatie mee van uit huis en indien u een eigen bloedsuikerapparaat heeft deze ook gaarne meenemen.
Kleding/schoeisel: Het is belangrijk om makkelijk zittende kleding mee te nemen
voor na de operatie en schoenen die u makkelijk aan kunt krijgen.
Make-up en sieraden: Om medische en hygiënische redenen vragen wij u om op de dag van de ingreep geen make-up en nagellak te gebruiken. Ook mag u tijdens de operatie geen sieraden, piercings en haarspelden dragen. Neem geen waardevolle spullen mee tijdens uw opname, deze kunt u het best thuis laten.
Roken: Het is niet toegestaan om op de dag van de operatie te roken. Roken rondom de operatie vergroot de risico op complicaties, waardoor wij dit ten strengste afraden.
Wij zijn een rookvrij ziekenhuis.
Een paar uur voor de operatie krijgt u een rustgevende tablet. Wij adviseren u voordat u uw medicijnen krijgt nog even naar de toilet te gaan, zodat u na inname rustig kunt blijven liggen. Daarna rijdt een verpleegkundige u met bed naar de recovery. Daar wordt u ontvangen door de recovery verpleegkundige. Deze doet de voorbereiding voor de operatie, vervolgens zal de recovery verpleegkundige de overdracht doen naar de anesthesiemedewerker en deze brengt u naar de operatiekamer.
Na de operatie
Vanuit de operatiekamer wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier wordt regelmatig uw pols en bloeddruk gecontroleerd. De anesthesist beoordeelt of u weer naar de afdeling teruggebracht mag worden. Ook op de afdeling wordt regelmatig uw temperatuur, pols en bloeddruk gecontroleerd. De verpleegkundige biedt u iets te drinken aan. Als overdag het drinken geen problemen oplevert, mag u, afhankelijk van het tijdstip van de ingreep ’s avonds weer eten. Als gevolg van de narcose kan het eten tijdelijk anders smaken dan normaal. Wij adviseren niet vet of sterk gekruid te eten, omdat dit alsnog tot misselijkheid kan leiden. Omdat uw lichaam zich moet herstellen van de narcose, is het niet toegestaan om op de operatiedag te roken. Na de operatie ligt u in bed. De verpleegkundigen zullen u helpen totdat u zichzelf kunt omdraaien. De eerste dagen na de operatie zijn voor sommige patiënten moeilijk en pijnlijk, een krampgevoel in beide benen komt vaak voor. Ook kunt u nog uitstralende pijn in het been hebben. U krijgt daarvoor pijnstillende medicijnen. Deze pijn, kramp of stijfheid verdwijnt in de regel na enkele weken.
Naar huis
Over het algemeen kunt u de dag na de operatie weer naar huis. Uw huisarts krijgt een ontslagbrief opgestuurd. U krijgt te horen wanneer u eventuele bloedverdunners weer mag starten. Er is, medisch gezien, geen bezwaar tegen vervoer naar huis met de auto. U mag echter niet zelf rijden.
De hechtingen onderhuids lossen vanzelf op en hoeven niet verwijderd te worden.
Bij ontslag krijgt u een afspraak voor een poliklinische controle na zes weken.
Bij deze controle wordt bekeken of fysiotherapie nodig is.
Voor u naar huis gaat, krijgt u bij de informatiebalie:
- Een afspraak voor zes weken na de operatie
- Recepten voor pijnstillers die u thuis kunt gebruiken
- Voorlopige ontslagrapportage
Weer Thuis
U zult zich bij alles wat u doet af moeten vragen: “Hoe doe ik dit zonder mijn rug te veel te belasten?” Dit vereist op zich geen andere manier van leven, maar wel om meer rekening te houden met de omgeving.
In het kort komen de adviezen op het volgende neer:
Tillen: Het is raadzaam om de eerste zes weken ten hoogste zes kilo te tillen.
Hierbij moet u het gewicht over rechts en links verdelen. Zo dicht
mogelijk tegen het lichaam aandragen is aan te bevelen.
Bukken: In plaats van bukken zult u zich aan moeten leren om ‘door de knieën’ te gaan. Wanneer u daar eenmaal aan gewend bent zult u merken dat dit een snelle en prettige methode is.
Staan: Wissel regelmatig van houding, wanneer u wat langer moet blijven staan. Vermijd werkzaamheden waarbij u voorovergebogen staat.
Zitten: Zorg voor voldoende steun, als u twijfelt vraag dan advies aan een deskundige.
Een aparte stoel aanschaffen is niet nodig. Blijf echter, de eerste twee weken, niet langer dan 10 minuten achterelkaar zitten.
Liggen: Met liggen ontspant u de rug. Het is daarom zeker de eerste tijd ten zeerste aan te raden om te rusten. Ook hier geldt; een apart bed is niet nodig.
Autorijden: Voor een goed herstel van de rugspieren is het raadzaam om de eerste 3 à 4 weken geen auto te rijden. Als er bij u sprake is van een verlamming, mag u alleen zelf autorijden na uitdrukkelijke toestemming van uw specialist.
Fietsen: is drie weken na de operatie toegestaan. Maak zoveel mogelijk gebruik van geasfalteerde paden en begin met korte stukjes. Gebruik u een ‘gewone’ fiets, dus geen racefiets of mountainbike.
Sport: Contactsporten gaan vaak gepaard met plotselinge en onverwachte bewegingen. Vermijd die in ieder geval de eerste zes maanden. Loopsporten leveren minder problemen op door de regelmatige, symmetrische bewegingen waarmee deze gepaard gaan. Vraag aan de neurochirurg bij de eerste controle wanneer u hiermee kunt beginnen.
Zwemmen: Dit is na drie weken weer toegestaan. Wissel borst en rugslag regelmatig af. Bijvoorbeeld twee baantjes borst- en twee baantjes rugslag. Duiken is niet toegestaan.
Huishouden: Let hierbij op uw houding. Vermijd bezigheden waarbij u voorover komt te staan. Vermijd in alle gevallen situaties waarbij u een plotselinge beweging zou moeten maken.
Vrijen: Wanneer seks niet leidt tot verergering van de rugklachten is
hiertegen geen bezwaar.
Een recidief hernia
In het algemeen is 80-90% van de patiënten na een herniaoperatie tevreden met het uiteindelijke resultaat. Recidiefklachten kunnen berusten op het ontstaan van een nieuwe hernia ter plaatse van een hogere of lager gelegen tussenwervelschijf. Een echt recidief (dat is het opnieuw optreden van een hernia op dezelfde plaats) treedt bij ongeveer 5% van de geopereerde patiënten op en heeft te maken met het feit dat het technisch gezien niet mogelijk is om al het tussenwervelschijf materiaal te verwijderen. Een recidief hernia kan echter ook met goed resultaat worden geopereerd. Technisch gezien is een recidief operatie wat moeilijker, omdat er vaak littekenweefsel is van de vorige ingreep, waardoor de zenuwwortel verkleefd kan zijn. Daardoor is het risico dat er zenuwbeschadiging of lekkage van hersenvocht optreedt iets hoger. Vaak is het herstel na een recidief operatie trager.
Omdat het slijtageproces zich meestal over meerdere tussenwervelschijven verdeelt kan er na een hernia operatie altijd een hernia van een andere tussenwervelschijf optreden. Dat is niet goed te voorkomen. Ook een dergelijke nieuwe hernia kan met succes worden geopereerd en het is niet waar dat een tweede of derde operatie de rug steeds slechter maakt.
Wanneer contact opnemen
U dient contact op te nemen als:
- De wond open gaat
- Pus uit de wond komt
- De wond steeds dikker wordt
- U onhoudbare pijn in rug of been krijgt
- U minder kracht krijgt in een of beide benen
- U niet meer kunt plassen of ongewild urine/ontlasting verliest
- U koorts krijgt; (boven 38,5 ℃)
- Helder gekleurd vocht lekt net als water
Indien er complicaties optreden wanneer u weer thuis bent, kunt u contact
opnemen met het volgende nummer: 085-0600855.
U krijgt dan de dienstdoende verpleegkundige aan de lijn en indien nodig zal er overlegd worden met de dienstdoende neurochirurg.
Tenslotte
Wij hopen u met deze informatie duidelijk gemaakt te hebben wat u van uw opname kunt verwachten. Mocht u na het lezen nog vragen hebben, dan horen wij dat graag van u. Met behulp van bovenstaande adviezen kunt u uw mogelijkheden na de operatie langzaam aan verruimen, zonder daarbij het risico te lopen dat u meer klachten krijgt. Voor een voorspoedig herstel blijft het echter wel noodzakelijk dat u de eerste zes weken regelmatig rust neemt.